Je als school goed profileren lukt alleen als je je verhaal helder hebt.

Wat is jouw verhaal?

‘Van werkbladen leren kinderen niet wat democratie is’

Kinderen uit groep 7 die in het buurthuis een markt voor ZZP’ers organiseren of leerlingen die samen in actie komen voor de herinrichting van een natuurgebied bij hun dorp. Het gebeurt op scholen die werken aan kinderparticipatie. Rob Bartels, pabo-docent in Alkmaar vindt het dé manier om kinderen te leren over democratie. Op 4 november legt hij uit hoe je dit op jouw school vorm kunt geven.

‘Kinderen moeten leren dat er veel in de samenleving gebeurt en dat je je daarmee kunt bemoeien. Niet later als je groot bent, maar nu al’, zegt Bartels over het belang van kinderparticipatie. Daarbij legt hij de nadruk op het zoeken van verbinding. ‘Kinderen ontdekken dat wat alleen niet lukt, wél gebeurt als je het samen doet. Als je coalities sluit, medestanders zoekt en bijvoorbeeld samenwerkt met mensen buiten school. Zo leren ze dat democratie niet gaat over je zin krijgen, maar om het zoveel mogelijk mensen naar de zin te maken.’

Actieve burgers

‘Als openbare school is het belangrijk om kinderen in een democratische traditie op te voeden en ook dat je zelf als school op een democratische manier met kinderen omgaat’, vervolgt hij. Om die reden vindt Bartels het essentieel dat kinderen zelf kunnen beslissen waar ze iets aan willen doen. ‘Heel vaak zie je dat volwassenen het goede doel verzinnen. Dan heb je weer zo’n actie als Wandelen voor water. Het is goed bedoeld, maar je krijgt er geen actieve burgers van. Veel beter is het om kinderen te stimuleren zelf het initiatief te nemen. Wat gebeurt er nu in je wijk, dorp of stad? Wat zie je op het Jeugdjournaal? Waar zou je wat aan willen doen? En hoe pak je dat dan aan?’

Verschil maken

Zelf kwam Bartels op het idee toen hij tijdens verkiezingstijd een lespakket ontving. ‘Van werkbladen leren kinderen niet wat democratie is. Toch moet je wel wat met zo’n onderwerp. Zo ben ik met een collega op het idee van kinderparticipatie gekomen.’ Inmiddels is zijn manier van werken al op verschillende scholen uitgevoerd. Ook een aantal van zijn Pabo-studenten hebben er mee gewerkt. Dat leverde mooie resultaten op. Zoals de kinderen in Alkmaar die een buurtonderzoek deden en zo ontdekten dat er heel veel ZZP’ers in de wijk werkten. Bartels: ‘Ze hebben toen een markt georganiseerd waar deze ZZP’ers zich konden presenteren. Van logopedist tot loodgieter. Buurtgenoten ontdekten wat er allemaal in de wijk aanwezig was.’ Of kinderen uit Boskoop die voorstellen hebben gedaan voor de herinrichting van een natuurgebied. ‘Hun voorstellen zijn overgenomen. Ook is er bij de ingang van het gebied een kunstwerk gekomen dat de kinderen samen met een kunstenaar hebben gemaakt. Het is toch fantastisch als kinderen zo leren dat ze met elkaar verschil kunnen maken.’

Valkuil

De grootste valkuil? ‘Dat volwassenen denken dat kinderen iets niet kunnen. Ambtenaren vragen me wel eens: bellen die kinderen zelf dan? Ja dat kunnen ze. Als ze zich goed voorbereiden, kunnen ze echt wat bijdragen. Ook over zaken als ruimtelijke ordening of landschapsarchitectuur. Als docent ben je vooral facilitator. Je vertelt niet hoe het moet, maar maakt het mogelijk en je houdt in het oog dat het betekenisvol blijft. Want als een wethouder komt en er vervolgens niets mee doet, werkt dat natuurlijk contraproductief.’ En hoe past dit in toch al drukke programma van scholen? ‘Je moet als openbare school aandacht besteden aan democratie. Dit is een andere en in mijn ogen effectievere aanpak. Dus nee het zorgt niet voor extra werk, het maakt het werk leuker.’

Nieuwsgierig naar de workshop van Rob Bartels? Meld je dan aan voor het Kernwaardencongres Wat is jouw verhaal?! op woensdag 4 november.

Bekijk alle workshops.

Wij gebruiken functionele cookies om deze website goed te laten functioneren en analytische cookies om het gebruik van de website kunnen meten. Deze cookies gebruiken geen persoonsgegevens.