Het van oorsprong katholieke feest carnaval wordt tijdens de dagen vóór het katholieke Aswoensdag gevierd. Op Aswoensdag begint namelijk de veertig dagen durende vastentijd voor de katholieken. Tijdens carnaval kunnen zij dus nog even goed genieten van gezelligheid en lekkernijen, voordat de vastentijd begint.
Mogelijk is het woord ‘carnaval’ ontstaan uit de twee Latijnse woorden carne (vlees) en vale (vaarwel). Tijdens de vastenperiode werd er namelijk geen vlees gegeten.
In Nederland wordt carnaval vooral ‘onder de rivieren’ gevierd: in Brabant en Limburg. Simpelweg omdat deze gebieden nog overwegend katholiek zijn of katholieke achtergrond hebben. Je hoeft niet katholiek te zijn om carnaval te vieren: veel mensen (wereldwijd) vinden dit een leuk feest om aan mee te doen.
In Rio de Janeiro wordt carnaval ook uiterst groots gevierd met grote optochten en praalwagens.