Leerlingen na laten denken over de betekenis van de vrijheid van godsdienst en levens- beschouwing. Aan de hand van casussen en stellingen doen leerlingen kennis op over dit recht en formuleren ze onderbouwde meningen over botsende grondrechten.
Kunnen ouders uit geloofsovertuiging een bloedtransfusie weigeren voor hun zieke kind? Mag een buschauffeur weigeren om vrouwen een hand te schudden? Dit zijn enkele vragen waarmee je als docent in het voortgezet onderwijs aan de slag kunt om de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging te bespreken met je klas.
Deze werkvorm zal niet in elk klaslokaal dezelfde vragen en discussie oproepen. Een overwegend seculiere klas kijkt anders naar dit recht dan een mono-religieuze klas dat doet. Onder elke werkvorm staan enkele reflectievragen en aanbevelingen om te zorgen dat elke klas de breedte en nuance van dit belangrijke recht oppakt.
Deze tool wordt aangeboden door:
Gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting: niet zomaar drie woorden. Het zijn de kernwaarden van de openbare school. Lees meer over dit fundament van het openbaar onderwijs.